Door extra proceskosten, in combinatie met het feit dat we gelijktijdig met het ruimtelijk kader een grondexploitatie willen opstellen, om processnelheid en draagvlak te bewerkstelligen is het beschikbare krediet ontoereikend. Na verwachting wordt de grondexploitatie in het eerste kwartaal 2025 bij de gemeenteraad aangeboden. De planeconomische verkenning komt voorlopig uit op een negatieve grondexploitatie van €150.000. Tot aan vaststellen van de grondexploitatie verwachten wij nog €50.000 nodig te hebben. Gevraagd wordt extra €50.000 voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen. Dit bedrag zal worden geactiveerd. Bij het vaststellen van de grondexploitatie zal een voorziening worden getroffen als er sprake is van een negatieve grondexploitatie.

Door extra proceskosten, in combinatie met vertraging van de Marke Zuid, is het beschikbare krediet ontoereikend. Tot aan vaststelling van de nota van uitgangspunten (NvU)worden nog de volgende werkzaamheden uitgevoerd:

• Voorbereiden bijeenkomst voor stakeholders om ze te informeren over de NvU (december / januari);
• Bijeenkomst voor stakeholders om ze te informeren over de NvU (eind januari);
• NvU aanscherpen / aanpassen (februari);
• Besluitvorming NvU (februari);

Gevraagd wordt extra €30.000 voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen. Dit kredietbedrag wordt geactiveerd en zal worden gedekt vanuit de nog vast te stellen grondexploitatie.

Voor de Centrumschil van Deventer heeft het Rijk in 2023 een beschikking afgegeven van €14.5 miljoen (exclusief BTW. Dit) voor de realisatie van 8 grote infrastructurele werken en 2 kleinere reconstructies ter versnelling van de woningbouw (de zogenoemde Versnellingsgelden). Met de door de Raad ingestelde Reserve Bovenplanse Infrastructuur Centrumschil (22 mei 2024) wordt voorzien in cofinanciering in dezelfde orde van grootte. De Rijksgelden zijn expliciet geoormerkt voor realisatie van de genoemde projecten in de periode tussen 2027 en 2035. In het vierde kwartaal 2024 en het eerste kwartaal 2025 wordt gewerkt aan de planvormingsfase. Hiervoor vragen wij een krediet aan van €150.000. Hiervan zal dus €75.000 gedekt worden uit de ontvangen rijksmiddelen en €75.000 uit Reserve Bovenplanse Infrastructuur Centrumschil. Wij vragen de Raad om €75.000 vanuit deze reserve beschikbaar te stellen. De middelen worden vervolgens gestort in de Reserve kapitaallasten voor de toekomstige afschrijvingen.

De programma- en uitvoeringskosten (P&U) voor de grondexploitaties liggen al enkele jaren hoger dan waar in de begroting rekening mee wordt gehouden. Dit leidt ertoe dat ieder jaar hogere kosten aan de grondexploitaties worden doorbelast dan waarmee vooraf rekening is gehouden. Voor 2024 bedragen deze extra kosten €250.000. Voorgesteld wordt om de ook in 2024 dit verschil door te belasten aan de grondexploitaties. Dit wordt verklaard door een afnemende aantal grondexploitaties en een toenemende taakstelling. Daarbij valt te denken aan het doorontwikkelen van het grondbeleid, gebiedsoverstijgende coördinatie en toegenomen externe en interne controle op de grondexploitaties.

Op basis van geactualiseerde MJOP's is de verwachting voor 2024 dat wij voor €1.212.760 (excl. BTW) aan planmatig onderhoud gaan uitvoeren. Bij de tweede kwartaalrapportage 2024 was de begroting 2024, voor het planmatig onderhoud kernbezit, al bijgesteld van €1.724.925 naar €1.354.856 excl. BTW. De actualisatie van de MJOP's bij de derde kwartaalrapportage betekent een verlaging van het budget voor planmatig onderhoud met €142.096. Het voorstel is dit te verrekenen met de reserve planmatig onderhoud.

Door overstap naar een contract met Vattenfall in 2022 heeft er geen afrekening van de energie plaatsgevonden. Het blijkt dat de bemetering stuk is. Mogelijk komt er nog een eindafrekening over 2022, 2023 en 2024. De omvang van de afrekening wordt nog nader uitgezocht. In de begroting is per jaar €40.000 budget opgenomen.

Voor een aantal cultuurgebouwen zijn de servicekosten vanaf 2022-2023 nog niet afgerekend en is er een risico dat wij deze kosten niet meer in rekening kunnen brengen. Het financiële effect moet nog nader worden bepaald. Mogelijk kan de energiecompensatieregeling nog ter dekking dienen.

De cijfers in de programma’s worden ook aangepast naar aanleiding van technische wijzigingen. Zie voor nadere informatie de bijlage.